« Al-Ma'arij »
« vers-38 »
أَيَطْمَعُ كُلُّ امْرِئٍ مِّنْهُمْ أَن يُدْخَلَ جَنَّةَ نَعِيمٍ
Nederlandse Transliteration: AyatmaAAu kullu imri-in minhum an yudkhala jannata naAAeemin
Wenst een ieder van hen dat hij de Tuin der gelukzaligheid (het Paradijs) binnengevoerd wordt?