« Al-A'raf »
« vers-134 »
وَلَمَّا وَقَعَ عَلَيْهِمُ الرِّجْزُ قَالُواْ يَا مُوسَى ادْعُ لَنَا رَبَّكَ بِمَا عَهِدَ عِندَكَ لَئِن كَشَفْتَ عَنَّا الرِّجْزَ لَنُؤْمِنَنَّ لَكَ وَلَنُرْسِلَنَّ مَعَكَ بَنِي إِسْرَآئِيلَ
Nederlandse Transliteration: Walamma waqaAAa AAalayhimu alrrijzu qaloo ya moosa odAAu lana rabbaka bima AAahida AAindaka la-in kashafta AAanna alrrijza lanu/minanna laka walanursilanna maAAaka banee isra-eela
En toen de plaag ben overviel, zeiden zij: "O Môesa, roep jou Heer aan krachtens het verbond dat jij met Hem hebt. Als jij de plaag van ons wegneemt, dan zullen wij zeker in jou geloven en dan zullen wij de Kinderen van Israël zeker met jou sturen."