« At-Talaq »
« vers-6 »
أَسْكِنُوهُنَّ مِنْ حَيْثُ سَكَنتُم مِّن وُجْدِكُمْ وَلَا تُضَارُّوهُنَّ لِتُضَيِّقُوا عَلَيْهِنَّ وَإِن كُنَّ أُولَاتِ حَمْلٍ فَأَنفِقُوا عَلَيْهِنَّ حَتَّى يَضَعْنَ حَمْلَهُنَّ فَإِنْ أَرْضَعْنَ لَكُمْ فَآتُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ وَأْتَمِرُوا بَيْنَكُم بِمَعْرُوفٍ وَإِن تَعَاسَرْتُمْ فَسَتُرْضِعُ لَهُ أُخْرَى
Nederlandse Transliteration: Askinoohunna min haythu sakantum min wujdikum wala tudarroohunna litudayyiqoo AAalayhinna wa-in kunna olati hamlin faanfiqoo AAalayhinna hatta yadaAAna hamlahunna fa-in ardaAAna lakum faatoohunna ojoorahunna wa/tamiroo baynakum bimaAAroofin wa-in taAAasar
Laat hen (gedurende de wachttijd) wonen zoals jullie zelf wonen, naar jullie vermogens, en kwelt hen niet om hen in het nauw te drijven. En als zij zwanger zijn, voorziet hun dan tot zij gebaard hebben wat zij dragen. En als zij (de kinderen) voor jullie zogen, geeft hun dan hun vergoeding en pleegt onderling overleg op een redelijke wijze. En als jullie moeilijkheden ondervinden, laat dan een andere (vrouw het kind) voor hem zogen.