« Al-An'am »
« vers-124 »
وَإِذَا جَاءتْهُمْ آيَةٌ قَالُواْ لَن نُّؤْمِنَ حَتَّى نُؤْتَى مِثْلَ مَا أُوتِيَ رُسُلُ اللّهِ اللّهُ أَعْلَمُ حَيْثُ يَجْعَلُ رِسَالَتَهُ سَيُصِيبُ الَّذِينَ أَجْرَمُواْ صَغَارٌ عِندَ اللّهِ وَعَذَابٌ شَدِيدٌ بِمَا كَانُواْ يَمْكُرُونَ
Nederlandse Transliteration: Wa-itha jaat-hum ayatun qaloo lan nu/mina hatta nu/ta mithla ma ootiya rusulu Allahi Allahu aAAlamu haythu yajAAalu risalatahu sayuseebu allatheena ajramoo sagharun AAinda Allahi waAAathabun shadeedun bima kanoo yamkuroona
En wanneer er een Teken tot hen komt, dan zeggen zei: "Wij zullen nooit geloven tot aan ons hetzelfde is gegeven als wat aan Allah's Boodschappers is gegeven." Allah weet beter waar Hij Zijn Boodschap brengt. Bij Allah zullen degenen die misdaden pleegden deden door kleinering en een strenge bestraffing getroffen worden vanwege wat zij aan kwaad plachten te beramen.