« Al-Ma'idah »
« vers-36 »
إِنَّ الَّذِينَ كَفَرُواْ لَوْ أَنَّ لَهُم مَّا فِي الأَرْضِ جَمِيعًا وَمِثْلَهُ مَعَهُ لِيَفْتَدُواْ بِهِ مِنْ عَذَابِ يَوْمِ الْقِيَامَةِ مَا تُقُبِّلَ مِنْهُمْ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
Nederlandse Transliteration: Inna allatheena kafaroo law anna lahum ma fee al-ardi jameeAAan wamithlahu maAAahu liyaftadoo bihi min AAathabi yawmi alqiyamati ma tuqubbila minhum walahum AAathabun aleemun
Voorwaar, indien degenen die ongelovig zijn alles op aarde zouden hebben en het gelijke daarvan bij hen zouden hebben om daarmee hun bestraffing op de Dag der Opstanding af te kopen: het zou niet van hen aanvaard worden. En er is voor hen een pijnlijke bestraffing.