« Al-'Imran »
« vers-52 »
فَلَمَّا أَحَسَّ عِيسَى مِنْهُمُ الْكُفْرَ قَالَ مَنْ أَنصَارِي إِلَى اللّهِ قَالَ الْحَوَارِيُّونَ نَحْنُ أَنصَارُ اللّهِ آمَنَّا بِاللّهِ وَاشْهَدْ بِأَنَّا مُسْلِمُونَ
Nederlandse Transliteration: Falamma ahassa AAeesa minhumu alkufra qala man ansaree ila Allahi qala alhawariyyoona nahnu ansaru Allahi amanna biAllahi waishhad bi-anna muslimoona
En toen 'Îsa ongeloof bij hen ontdekte, zei hij: "Wie zijn mijn helpers (op het rechte Pad) naar Allah?" Zijn metgezellen (Hawâriyyôen) zeiden: "Wij zijn helpers van Allah, wij geloven in Allah en getuigen dat wij ons overgegeven hebben.