« Al-'Ankabut »
« vers-32 »
قَالَ إِنَّ فِيهَا لُوطًا قَالُوا نَحْنُ أَعْلَمُ بِمَن فِيهَا لَنُنَجِّيَنَّهُ وَأَهْلَهُ إِلَّا امْرَأَتَهُ كَانَتْ مِنَ الْغَابِرِينَ
Nederlandse Transliteration: Qala inna feeha lootan qaloo nahnu aAAlamu biman feeha lanunajjiyannahu waahlahu illa imraatahu kanat mina alghabireena
Hij zei: "Lôeth is daar." Zij miden: "Wij weten beter wie daar zijn. Voorwaar, wij zullen hem en zijn familie redden, behalve zijn vrouw. Zij zal tot de achterblijvers behoren."