« An-Nur »
« vers-12 »
لَوْلَا إِذْ سَمِعْتُمُوهُ ظَنَّ الْمُؤْمِنُونَ وَالْمُؤْمِنَاتُ بِأَنفُسِهِمْ خَيْرًا وَقَالُوا هَذَا إِفْكٌ مُّبِينٌ
Nederlandse Transliteration: Lawla ith samiAAtumoohu thanna almu/minoona waalmu/minatu bi-anfusihim khayran waqaloo hatha ifkun mubeenun
Hadden, toen jullie het hoorden, de gelovige mannen en de gelovige vrouwen maar het goede bij zichzelf gedacht, en hadden zij maar gezegd: "Deze (beschuldiging) is duidelijke laster."