« Al-Kahf »
« vers-62 »
فَلَمَّا جَاوَزَا قَالَ لِفَتَاهُ آتِنَا غَدَاءنَا لَقَدْ لَقِينَا مِن سَفَرِنَا هَذَا نَصَبًا
Nederlandse Transliteration: Falamma jawaza qala lifatahu atina ghadaana laqad laqeena min safarina hatha nasaban
En toen zij voortgingen zei hij (Môesa) tot zijn gezel: "Breng ons ons eten (de vis). Voorzeker, wij zijn door deze reis van ons moe geworden."