« Ibrahim »
« vers-31 »
قُل لِّعِبَادِيَ الَّذِينَ آمَنُواْ يُقِيمُواْ الصَّلاَةَ وَيُنفِقُواْ مِمَّا رَزَقْنَاهُمْ سِرًّا وَعَلانِيَةً مِّن قَبْلِ أَن يَأْتِيَ يَوْمٌ لاَّ بَيْعٌ فِيهِ وَلاَ خِلاَلٌ
Nederlandse Transliteration: Qul liAAibadiya allatheena amanoo yuqeemoo alssalata wayunfiqoo mimma razaqnahum sirran waAAalaniyatan min qabli an ya/tiya yawmun la bayAAun feehi wala khilalun
Zeg (O Moehammad) tot mijn dienaren die geloven: "Onderhoudt de shalât en geeft bijdragen van waar Wij hun rnee voorzien hebben, in het verborgene of openlijk, voordat er een Dag komt, waarop er geen handel en geen boezemvriend zal zijn."