« vers-69 »
وَلَمَّا دَخَلُواْ عَلَى يُوسُفَ آوَى إِلَيْهِ أَخَاهُ قَالَ إِنِّي أَنَاْ أَخُوكَ فَلاَ تَبْتَئِسْ بِمَا كَانُواْ يَعْمَلُونَ
Nederlandse Transliteration: Walamma dakhaloo AAala yoosufa awa ilayhi akhahu qala innee ana akhooka fala tabta-is bima kanoo yaAAmaloona
Toen zij bij Yôesoef binnenkwamen, nam hij zijn broeder (Benyamin) met zich mee naar zijn plaats, en zei: "Voorwaar, ik ben jouw broeder, treurt daarom niet over wat zij plachten te doen."