« vers-32 »
قَالَتْ فَذَلِكُنَّ الَّذِي لُمْتُنَّنِي فِيهِ وَلَقَدْ رَاوَدتُّهُ عَن نَّفْسِهِ فَاسَتَعْصَمَ وَلَئِن لَّمْ يَفْعَلْ مَا آمُرُهُ لَيُسْجَنَنَّ وَلَيَكُونًا مِّنَ الصَّاغِرِينَ
Nederlandse Transliteration: Qalat fathalikunna allathee lumtunnanee feehi walaqad rawadtuhu AAan nafsihi faistAAsama wala-in lam yafAAal ma amuruhu layusjananna walayakoonan mina alssaghireena
Zij zei: "Dit is degene vanwege wie juille mij verwijten. En voorzeker, ik heb geprobeerd hem te verleiden tegen zijn wil, waarop hij weigerde. Maar als hij niet doet wat ik beveel, dan zal hij zeker gevangen gezet worden en zal hij zeker tot de vernederden behoren."