7/Al-A'raf-12: Hij (Allah) vroeg: "Wat belemmerde jou je neer te knielen, toen Ik het jou beval?" Hij zei: "Ik ben beter dan hem (Adam); U hebt mij uit vuur geschapen terwijl U hem uit aarde hebt geschapen."
7/Al-A'raf-13: Hij (Allah) zei: "Daal af uit het (Paradijs), want het past jou niet dat jij je er hoogmoedig in gedraagt. vertrek daaroum. Voorwaar, jij behoort tot de vernederden."
7/Al-A'raf-14: Hij zei:"Geef mij uitstel tot de Dag waarop zij opgewekt zullen worden."
7/Al-A'raf-15: Hij (Allah) zei: "Voorwaar, jij behoort tot hen aan wie uitstel is gegeven."
7/Al-A'raf-16: Hij (Iblis) zei: "Omdat U mij hebt doen dwalen, zal ik hen belemmeren op Uw recht Pad.
7/Al-A'raf-17: Daarna zal ik zeker tot hen komen, van voor hen en ven achter hen en van hun rechterzijde en van hun linkerzijde, en U zult de meesten van hen niet als dankbaren aantreffen."
7/Al-A'raf-18: Hij (Allah) zei: 'Ga er uit weg, veracht en verstoten. Wie van hen jou dan volgt: voorwaar, Ik zal de hel vullen met jullie allen."
7/Al-A'raf-19: En: "O Adam, verblijft in het Paradijs, jij en je vrouw, en eet wat jullie willen, en nadert deze boom niet, want dan zullen jullie tot de onrechtplegers behoren."
7/Al-A'raf-20: Toen fluisterde de Satan hen in om te onthullen wat er van hun schaamte bedekt was, en hij zei: "Jullie Heer houdt jullie slechts van deze boom af omdat jullie anders Engelen worden, of dat jullie tot de eeuwiglevenden zullen behoren."
7/Al-A'raf-21: En hij bezwoer hun: "Voorwaar, ik behoor voor jullie zeker tot raadgevers,"
7/Al-A'raf-22: Waarlijk, hij bedroog hen door misleiding, Toen zij dan van (de vruchten van) de boom hadden geproefd, werd hun schaamte zichtbaar en zij begonnen zich to bedekken met aaneenge-regen bladeren van het Paradijs. En hun Heer riep tot hen: "Heb ik jullie deze boom van jullie niet verboden en heb Ik niet tot jullie gezegd: "Voorwaar, de Satan is voor jullie een duidelijke vijand?"