5/Al-Ma'idah-83: En wannccrzij horen wat zan de Boodschapper geopenbaard is, zie jij hun ogen van de tranen overvloeien, omdat zij de Waarheid herkennen. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven, schrijf ons dus op bij de getuigen.
5/Al-Ma'idah-84: En waarom zouden wij niet geloven in Allah en in wat tot ons is geckomen van de Waarheid en wij verlangen cr hevig naar dat onze Heer ons met het oprechte volk (het Paradijs) binnenleidt."
5/Al-Ma'idah-85: Allah beloont hen dan voor wat zij zeiden met Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen en zij zijn daarin eeuwig levenden. En dat is de beloning van de weldoeners.
5/Al-Ma'idah-86: En degenen die ongelovig zijn en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen die de bewoners van Djahim (de Hel) zijin.
5/Al-Ma'idah-87: O jullie die geloven! Maakt de goede zaken niet verboden die Allah jullie heeft toegestaan en overtreedt niet. Voorwaar, Allah houdt niet van de overtreders.
5/Al-Ma'idah-88: En eet van de goede, toegestane zaken (Halâl) waarmee Allah jullie voorziet. En vreest Allah, Degene in Wie jullie geloven.
5/Al-Ma'idah-89: Allah rekent jullie de onnadenkendheid bij jullie eden niet aan, maar Hij rekent jullie aan wat jullie in jullie eden (bewust) vastleggen. (Bij het verbreken van jullie eden) geldt Kaffârah hiervoor: het voeden van tien armen, zoals jullie gemiddeld jullie families voeden; of het hen kleden; of het vrijlaten van een slaaf. En wie dat niet vindt: het vasten van drie dagen. Dat is de Kaffârah voor (het verbreken van) jullie eden die jullie zwoeren. Maar weest jullie eden getrouw. Zo heeft Allah jullie Zijn Tekenen duidelijk gemaakt, hcpelijk zullen jullie dankbaar zijn!