3/Al-'Imran-133: En haast jullie naar vergeving van jullie Heer en (naar het) Paradijs, dat net zo wijd is als de hemelen en de aarde, gereedgemaakt voor de Moettaqôen.
3/Al-'Imran-134: (Zij zij het) die uitgeven in voorspoed en in tegenspoed, en die de woede inhouden en vergevers van de mensen zijn. En Allah houdt van de weldoeners.
3/Al-'Imran-135: En degenen die, als zij een zedeloosheid begaan hebben, of zichzelf onrecht aangedaan hebben, daarna Allah gedenken en dan vergeving voor hun zonden vragen, en niemand vergeeft de zonden behalve Allah En zij volharden niet in wat zij deden, terwijl zij (het) weten.
3/Al-'Imran-136: Zij zijn degenen wiens beloning vergeving van hun Heer is, en Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden en (het is) de beste deloning voor hen die (goed) doen.
3/Al-'Imran-137: Er wijn er vóór julile geweest die op de (voor Allah) gebruikelijke wijze behandeld werden: reist dan rond op aarde en ziet hoe het einde was van de loochenaars.
3/Al-'Imran-138: Dit is een verklaring (deze Koran) voor de mensen en leiding en onderricht voor de Moettaqôen.
3/Al-'Imran-139: Voelt jullie niet vemederd en treurt niet; en jullie zijn de winnaars. indien jullie (ware) gelovigen zijn.
3/Al-'Imran-140: Als jullie gewond raken: het is ook zo dat de mensen (vijanden) door een soortgelijke verwonding getroffen zijn. Dit soort dagen laten Wij onder de mensen wisselen, opdat Allah degenen die geloven toetst, en opdat Hij van onder jullie martelaren (lot Zich) neemt. En Allah houdt niet van de onrechtvaardigen.