53/An-Najm-27: Voorwaar, degenen die niet geloven in het Hiernamaals geven de Engelen zeker vrouwelijke namen.
53/An-Najm-28: Terwijl zij daarover geen kennis hebben, zij volgen niets dan vermoedens. En voorwaar, vermoedens baten niets tegen de Waarheid.
53/An-Najm-29: Wend je daarom af (O Moehammad) van wie zich van Onze Vermaning heeft afgekeerd, en die niets wenst dan het wereldse leven.
53/An-Najm-30: Dat is het doel van hun kennis. Voorwaar, jouw Heer weet beter wie van Zijn Weg is afgedwaald en wie de Leiding heeft aanvaard.
53/An-Najm-31: En aan Allah behoort wat er in de hemelen en op de aarde is; opdat Hij degenen die kwaad verrichtten zal vergelden voor wat zij deden en opdat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (het Paradijs).
53/An-Najm-32: (Zij zijn) degenen die de grote zonden en zedeloosheden mijden, behalve (onvermijdbare) lichte fouten. Voorwaar, jouw Heer is alomvattend in de vergeving. Hij kent jullie beter: toen Hij jullie uit aarde voortbracht en toen jullie nog baby's waren in de schoten van jullie moeders. Prijst niet julliezelf; Hij weet het beter wie (Allah) vreest.
53/An-Najm-35: Heeft hij kennis over het onwaarneembare, zodat hij ziet?
53/An-Najm-36: Of is hij niet op de hoogte gebracht van wat in de geschriften van Môesa staat?
53/An-Najm-38: Dat geen enkele drager de zonden van een ander zal dragen?
53/An-Najm-39: En dat de mens slechts dat krijgt waarnaar hij gestreefd hoeft?
53/An-Najm-41: Waarop zal hij beloond (vergolden) worden met de volmaakte beloning (vergelding)?