41/Fussilat-47: Tot Hem wordt de kennis over het Uur teruggebracht. En er komen geen vruchten uit hun kolven; en er is geen vrouw die een kind draag of het baart, zonder dat het met Zijn Kennis gebeurt. Op de Dag waarop Hij tot hen roept: "Waar zij mijn deelgenoten?", zeggen zij: "Wij vertellen U dat niemand van ons daarvan getuigt."
41/Fussilat-48: En wat zij voorheen plachten aan te roepen is van hen weggedwaald, en zij zijn ervan overtuigd dat er voor hen geen uitweg is.
41/Fussilat-49: De mens versaagt niet om het goede te smeken; maar wanneer hem het slechte treft, dan is hij zonder hoop, wanhopig.
41/Fussilat-50: En als Wij hem Barmhartigheid van Ons doen proeven nadat tegenspoed hem trof, dan zal bij zeker zeggen: "Het komt mij toe, en ik denk niet dat het Uur zal komen, en als ik tot mijn Heer teruggekeerd zou worden, dan zou er zeker voor mij aan Zijn Zijde het goede zijn." En Wij zullen zeker aan degenen die niet geloofden mededelen wat zij hebben gedaan. En Wij zullen hen zeker een zware bestraffing doen proeven.
41/Fussilat-51: En als Wij de mens gunsten schenken, dan wendt hij zich af en verwijdert hij zich; maar als tegenspoed hem treft, dan richt hij vele smeekbeden (tot Allah).
41/Fussilat-52: Zeg: "Wat dachten jullie: als (deze Koran) van Allah afkomstig is, en jullie deze dan verwerpen; wie is er dan verder afgedwaald dan wie in vergaande twijfel verkeert?"
41/Fussilat-53: Wij zullen hun Onze Tekenen laten zien, aan de horizonten en in jullie zelf, tot het jullie duidelijk zal zijn dat bij (de Koran) de Waarheid is. Is het niet voldoende dat jouw Heer Getuige over alle zaken is?
41/Fussilat-54: Weet: voorwaar, zij verkeren in twijfel over de ontmoeting met hun Heer. Weet: voorwaar, Hij omvat alle zaken.