41/Fussilat-2: (Dit is) een neerzending van de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
41/Fussilat-3: Een Boek waarvan de Verzen duidelijk uitgelegd zijn, als een Arabische Koran, voor een volk dat weet.
41/Fussilat-4: Als een verkondiger van verheugende tijdingen en een waarschuwer, maar de meesten van hen hebben zich er van afgewend, zij luisteren niet.
41/Fussilat-5: En zij zeiden: "Onze harten zijn verhuld voor dat waar jij (O Moehammad) ons toe oproept, en in onze oren is doofheid en tussen en ons en jou is een afscheiding. Werk dan (op jouw manier), voorwaar, wij werken (op onze manier)."
41/Fussilat-6: Zeg: "Ik ben slechts een mens zoals jullie, aan mij is geopenbaard dat jullie God één God is, richt jullie daarom standvastig tot Hem, en smeekt Hem om vergeving, en wee de veelgodenaanbidders."
41/Fussilat-7: (Zij zijn) degenen die de zakât niet geven en die niet in het Hiernamaals geloven.
41/Fussilat-8: Voorwaar, degenen die geloven en die goede werken verrichten, voor hen is er een beloning zonder onderbreking.
41/Fussilat-9: Zeg (O Moehammad): "Jullie geloven zeker niet in Hem, Die de aarde in twee dagen (perioden) heeft geschapen? En kennen jullie Hem deelgenoten toe? Dat is de Heer der Werelden!"
41/Fussilat-10: En Hij maakte bergen op haar en Hij zegende haar en Hij bepaalde de maat (van alle voorzieningen) in vier volledige dagen (perioden), voor de vragenden.
41/Fussilat-11: Daama wendde Hij Zich tot de hemel die een nevel was en Hij zei tot haar en tot de aarde: "Komt tot Ons, gewillig of ongewillig." Zij (de hemelen en de aarde) zeiden: "Wij zijn gewillig gekomen."