39/Az-Zumar-57: Of zij zou zeggen: "Als Allah mij had geleid, dan zou ik zeker tot de Moettaqôen hebben behoord!"|
39/Az-Zumar-58: Of zij zou zeggen, toen zij de bestraffing zeg: "Had ik (nog) een kans, dan zou ik tot de weldoeners behoren!"
39/Az-Zumar-59: Nee! Mijn Tekenen zijn reeds tot jou gekomen, maar jij loochende ze en jij was hoogmoedig en jij behoorde tot de ongelovigen.
39/Az-Zumar-60: En op de Dag der Opstanding zal jij degenen zien die over Allah hebben gelogen, hun gezichten zullen zwart zijn. Is de Hel geen verblijfplaats voor de hoogmoedigen?
39/Az-Zumar-61: En Allah zal degenen die (Hem) vreesden redden vanwege hun overwinning, het slechte zal hen niet treffen, en zij zullen niet bedroefd zijn.
39/Az-Zumar-62: Allah is de Schepper van alle dingen. Hij is over alle dingen Toezichthouder.
39/Az-Zumar-63: Aan Hem behoren de sleutels van de hemelen en de aarde. En degenen die de Verzen van Allah verwerpen: zij zijn degenen die verliezers zijn.
39/Az-Zumar-64: Zeg (O Moehammad): "Bevelen jullie mij om anderen dan Allah te aanbidden, O jullie enwetenden?"
39/Az-Zumar-65: Terwijl reeds aan jou en aan degenen vóór jou is geopenbaard: "Als jij deelgenoten toekent, dan zullen jouw werken vruchteloos worden en zet jij zeker tot de verliezers behoren."
39/Az-Zumar-67: En zij achten Hem niet met de achting die Hem toekomt, terwijl Hij de gehele aarde in zijn greep heeft op de Dag van de Opstanding en de hemelen in Zijn Rechterhand opgerold zullen zijn. Heilig is Hij en Verheven boven wat zij toekennen.