38/Sad-62: En zij zullen zeggen: "Hou komt het dat wij niet de mensen (gelovigen) zien, die wij tot de slechtsten rekenden?
38/Sad-63: Is het omdat wij hen tot onderwerp van bespotting maakten, of slagen de ogen er niet in hen te zien?"
38/Sad-64: Voorwaar, dat zal zeker de waarheid zijn: het redetwisten van de bewoners van de Hel.
38/Sad-65: Zeg: "Ik ben slechts een waarschuwer, en er is geen god dan Allah, de Ene, de Overweldiger.
38/Sad-66: De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is, de Almachtige, de Vergevensgezinde."
38/Sad-69: Het is voor mij niet mogelijk dat ik kennis zou hebben over de Engelen toen zij redetwistten.
38/Sad-70: Het is aan mij geopenbaard dat ik slechts een duidelijke waarschuwer ben."
38/Sad-71: (Gedenk) Toen jouw Heer tot de Engelen zei: "'Voorwaar, Ik schep een mens uit aarde.
38/Sad-72: En Ik vervolmaak hem, en blaas hem van de Geest in." Toen knielden zij zich voor hem neer.
38/Sad-73: Toen knielden alle Engelen tezamen neer.
38/Sad-74: Behalve Iblîs, hij was hoogmoedig en hij behoorde tot de ongelovigen.
38/Sad-75: Hij (Allah) zei: "O Iblîs, wat heeft jou ervan weerhouden om neer te knielen toen Ik (Adam) met Mijn beide Handen had geschapen? Was jij hoogmoedig, of behoorde jij tot de hooghartigen?"
38/Sad-76: Hij zei: "Ik ben beter dan hij. U heeft mij uit vuur geschapen, terwijl U hem uit aarde heeft geschapen.
38/Sad-77: Hij (Allah) zei: "Ga dan weg uit haar (het Paradijs): voorwaar, jij bent een verworpene.
38/Sad-78: En voorwaar, op jou rust Mijn vervloeking, tot de Dag des Oordeels."
38/Sad-79: Hij (Iblîs) zei: "Mijn Heer, geef mij uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt."
38/Sad-80: Hij (Allah) zei: "Voorwaar, jij behoort dan tot hen aan wie uitstel is gegeven.
38/Sad-82: Hij (Iblîs) zei: "Bij Uw eer dan, ik zal hen zeker allen misleiden.
38/Sad-83: Behalve Uw dienaren onder hen die zuiver zijn in hun aanbidding."