37/As-Saffat-78: En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren.
37/As-Saffat-85: Toen hij tot zijn vader en zijn volk zei: "Wat aanbidden jullie?
37/As-Saffat-91: Toen ging hij heimelijk naar hun goden en zei: "Eten jullie (dit voedsel) niet?
37/As-Saffat-97: Zij zeiden: "Bouwt voor hem een bouwwerk (brandstapel) en werpt hem in liet laaiende vuur."
37/As-Saffat-98: Toen zij een list tegen hem wensten te beramen maakten Wij hen tot de allerlaagsten.
37/As-Saffat-99: En hij zei (toen hun pogingen mislukt waren): "Ik wend mij tot mijn Heer, Hij zal mij leiden.
37/As-Saffat-101: Toen verkondigden Wij hem de verheugende tijding van een zachtmoedige jongen (Ismâ'îl).
37/As-Saffat-102: Toen hij de leeftijd had bereikt waarop hij hem (Ibrâhîm) kon helpen, zei hij: "O mijn zoon, voorwaar, ik heb in een droom gezien dat ik jou zal offeren, zeg mij hoe jij daarover denkt," Hij zei: "O mijn vader, doe wat u is bevolen, U zult vinden dat ik, als Allah het wil, tot de geduldigen behoor."