37/As-Saffat-25: (Er zal aan hen gevraagd worden:) "Wat is er met jullie, waarom helpen jullie elkaar niet?"
37/As-Saffat-28: Zij (de volgelingen) zullen zeggen: "Voorwaar, jullie zijn van de rechterkant tot ons gekomen."
37/As-Saffat-29: Zij (de leiders) zullen antwoorden: "Jullie was waren zelfs geen gelovigen.
37/As-Saffat-30: Ea wij hadden geen macht over jullie. Jullie waren zelfs een overtredend volk.
37/As-Saffat-31: Het Woord (van bestraffing) tot ons van Onze Heer zal daarom bewaarheid worden. Voorwaar, wij zullen het zeker proeven.
37/As-Saffat-33: Voorwaar, zij zullen dan op die Dag in de bestraffing bijelkaar zijn.
37/As-Saffat-35: Voorwaar, toen er tot hen gezegd werd: "Er is geen god dan Allah," toen waren zij hoogmoedig.
37/As-Saffat-36: En zij zeggen: "Zullen wij dan onze goden achterlaten vanwege een bezeten dichter?"
37/As-Saffat-37: Nee! Hij (Moehammad) is met de Waarheid gekomen en hij heeft de Gezondenen (de Profeten vóór hem) bevestigd.
37/As-Saffat-39: En jullie worden slechts vergolden voor wat jullie hebben gedaan.
37/As-Saffat-40: Behalve de dienaren van Allah die zuiver in hun aanbidding zijn.
37/As-Saffat-41: Zij zijn degenen voor wie er een bekende voorziening is (het Paradijs).
37/As-Saffat-45: Onder hen wordt rondgegaan met een beker met Ma'in (van de bron van het Paradij).
37/As-Saffat-47: Deze (drank) kent geen beneveling en zij worden er niet dronken van.
37/As-Saffat-51: Een spreker onder hen zal zeggen: "Voorwaar, ik had een vriend.