36/Ya-Sin-71: Zien zij dan niet dat onder wat Onze Handen voor hen geschapen hebben het vee is, zodat zij daarvan bezitter zijn?
36/Ya-Sin-72: En Wij hebben het (vee) voor hen onderworpen, sommige berijden zij ervan en sommige eten zij.
36/Ya-Sin-73: En voor hen is er nut in en een (bron van) driken. Zijn zij dan niet dankbaar?
36/Ya-Sin-74: En zij nemen naast Allah goden in de hoop dat zij geholpen zullen worden.
36/Ya-Sin-75: Zij zijn niet in staat om hen te helpen, en zij (de veelgodenaanbidders) zijn voor hen een leger dat wordt voorgeleid.
36/Ya-Sin-76: Laten hun woorden jou daarom niet treurig maken: Voorwaar, Wij weten wat zij verbergen en wat zij openlijk doen.
36/Ya-Sin-77: Ziet de mens niet dat Wij hem uit een druppel hebben geschapen? Toch is hij duidelijk een redetwister.
36/Ya-Sin-78: En hij geeft Ons een voorbeeld, terwijl hij vergeet hoe hij zelf geschapen is. Hij zei: "Wie doet de beenderen tot leven komen, terwijl ze gruis zijn?"
36/Ya-Sin-79: Zeg: "Hij Die ze de eerste keer heeft doen ontstaan, Die zal ze doen leven. En Hij is de Kenner van de gehele schepping.
36/Ya-Sin-80: (Hij is) Degene Die voor jullie van de groene boom vuur heeft gemaakt. Waarna jullie er een vuur mee ontsteken."
36/Ya-Sin-81: Is Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen niet bij machte om het gelijke ervan te scheppen? Zeker wel! En Hij is de Schepper, de Alwetende.
36/Ya-Sin-82: Voorwaar, wanneer Hij iets wil (scheppen), dan zegt hij er slechts tegen: "Wees," en het is.
36/Ya-Sin-83: Heilig is Degene in Wiens Hand de heerschappij over alle zaken is en tot Hem worden jullie teruggekeerd.