30/Ar-Rum-25: En tot Zijn Tekenen behoort dat Hij de hemel en de aarde in stand houdt, met Zijn bevel. Daarna wanneer Hij jullie met een roep uit de aarde doet oproepen, dan zullen jullie tevoorschijn komen.
30/Ar-Rum-26: En aan Hem behoort wie er in de hemelen en op de arde zijn. Allen zijn Hem gehoorzaam.
30/Ar-Rum-27: En Hij is Degene Die de schepping schept en haar daarna herhaalt en dat is voor Hem nog gemakkelijker. En aan Hem behoren de meest verheven eigenschappen in de hemelen en op de aarde. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.
30/Ar-Rum-28: Hij geeft jullie een vergelijking met julliezelf. Zijn er voor jullie die over slaven beschikken deelgenoten in de voorzieningen die Wij jullie hebben geschonken, zodat jullie daarin gelijk zijn? En vrezen jullie hen zoals jullie elkaar vrezen? Zo leggen Wij de Tekenen uit aan een volk dat begrijpt.
30/Ar-Rum-29: Maar degenen die onrecht pleegden volgden hun begeerten. zonder kennis. En wie kan dan hen leiden die Allah deed dwalen? En voor hen zijn er geen helpers.
30/Ar-Rum-30: Wend dan jouw aangezicht (O Moehammad) naar de godsdienst als een Hanîf. (Volg) de na tuurlijke aanleg, die Allah in de mens geschapen heeft. Er is geen verandering in de schepping van Allah Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.
30/Ar-Rum-31: (Wendt jullie) als berouwvollen tot Hem, en vreest Hem en onderhoudt de shalât en behoort niet tot de veelgodenaanbidders.
30/Ar-Rum-32: Behorend tot degenen die hun godsdienst hebben opgesplitst en tot groepen zijn geworden. Iedere groep verbeugt zich in wat zij hebben.