26/Ash-Shu'ara-139: Maar zij loochenden hem, dus vernietigden Wij hen. Voorwaar, daarin is zeker een Teken, maar de meesten van hen waren gew gelovigen.
26/Ash-Shu'ara-140: En voorwaar, jouw Heer (O Moehammad) is zeker Hij, de Almachtige, de Meest Barmhartige.
26/Ash-Shu'ara-145: En ik vraag jullie er geen beloning voor, mijn beloning berust alleen bij de Heer der Werelden.
26/Ash-Shu'ara-154: Jij bent slechts een mens zoals wij. Breng daarom een Teken als jij tot de waarachtigen behoort."
26/Ash-Shu'ara-155: Hij (Shâlih) zei: "Dit is een vrouwtjeskameel, zij heeft recht om te drinken en jullie hebben recht om te drinken, (ieder) op een vastgestelde dag.
26/Ash-Shu'ara-156: En treft haar niet met kwaad, want dan zal de straf van een Geweldige Dag jullie treffen.
26/Ash-Shu'ara-158: Toen trof de bestraffing hen. Voorwaar, daarin is zeker een Teken, maar de meesten van hen zijn geen gelovigen.
26/Ash-Shu'ara-159: En voorwaar, jouw Heer (O Moehammad) is zeker Hij, de Almachtige, de Meest Barmhartige.