Ash-Shu'ara 84-111, de Heilige Koran (Djuz'-19, Pagina-371)

Ash-Shu'ara: 26/Ash-Shu'ara-84, 26/Ash-Shu'ara-85, 26/Ash-Shu'ara-86, 26/Ash-Shu'ara-87, 26/Ash-Shu'ara-88, 26/Ash-Shu'ara-89, 26/Ash-Shu'ara-90, 26/Ash-Shu'ara-91, 26/Ash-Shu'ara-92, 26/Ash-Shu'ara-93, 26/Ash-Shu'ara-94, 26/Ash-Shu'ara-95, 26/Ash-Shu'ara-96, 26/Ash-Shu'ara-97, 26/Ash-Shu'ara-98, 26/Ash-Shu'ara-99, 26/Ash-Shu'ara-100, 26/Ash-Shu'ara-101, 26/Ash-Shu'ara-102, 26/Ash-Shu'ara-103, 26/Ash-Shu'ara-104, 26/Ash-Shu'ara-105, 26/Ash-Shu'ara-106, 26/Ash-Shu'ara-107, 26/Ash-Shu'ara-108, 26/Ash-Shu'ara-109, 26/Ash-Shu'ara-110, 26/Ash-Shu'ara-111, de Heilige Koran, Djuz'-19, Pagina-371, Ash-Shu'ara 84-111
direction_left
direction_right
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-84
26/Ash-Shu'ara-84: En maak mijn naam vermaard onder de lateren.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-85
26/Ash-Shu'ara-85: En maak mij één van de erfgenamen van de Tuin van de gelukzaligheid (het Paradijs).
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-86
26/Ash-Shu'ara-86: En vergeef mijn vader, waal bij behoorde tot de dwalenden.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-87
26/Ash-Shu'ara-87: En verneder mij niet op de Dag waarop er wordt opgewekt.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-88
26/Ash-Shu'ara-88: Op de Dag, waarop rijkdom en zonen niet zullen baten.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-89
26/Ash-Shu'ara-89: Alleen bij (zal gebaat zijn), die naar Allah komt met een zuiver hart
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-90
26/Ash-Shu'ara-90: En de Tuin wordt dichtbij de Moettaqôen gebracht.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-91
26/Ash-Shu'ara-91: En Djahîm (de Hel) wordt tentoongesteld aan de dwalenden.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-92
26/Ash-Shu'ara-92: En tot hen wordt gezegd: "Waar is het, wat jullie plachten te aanbidden?
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-93
26/Ash-Shu'ara-93: Naast Allah? Kunnen zij jullie helpen of zichzelf helpen?
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-94
26/Ash-Shu'ara-94: Dan worden zij hals over kop daarin geslingerd, zij en de dwalenden.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-95
26/Ash-Shu'ara-95: En de troepen van Iblîs (de Satan), allemaal.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-96
26/Ash-Shu'ara-96: Zij zeggen, terwijl zij met elkaar redetwisten:
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-97
26/Ash-Shu'ara-97: "Bij Allah, wij verkeerden zeker in een duidelijke dwaling.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-98
26/Ash-Shu'ara-98: Dat wij jullie (de afgoden) gelijkstelden met de Heer der Werelden.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-99
26/Ash-Shu'ara-99: En alleen de misdadigers hebben ons doen afdwalen.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-100
26/Ash-Shu'ara-100: En wij hebben geen voorsprekers,
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-101
26/Ash-Shu'ara-101: En geen boezemvriend.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-102
26/Ash-Shu'ara-102: Was er voor ons maar een weg terug, dan zouden wij tot de gelovigen behoren."
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-103
26/Ash-Shu'ara-103: Voorwaar, daarin is zeker een Teken, maar de meesten van hen zijn ongelovigen.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-104
26/Ash-Shu'ara-104: En voorwaar, jouw Heer (O Moehammad) is zeker Hij, de Almachtige, de Meest Barmhartige.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-105
26/Ash-Shu'ara-105: Het volk van Nôeh loochende de Boodschappers.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-106
26/Ash-Shu'ara-106: (Gedenk) toen hun broeder Nôeh tot hen zei: "Vrezen jullie (Allah) niet?
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-107
26/Ash-Shu'ara-107: Voorwaar, ik ben voor jullie een betrouwbare Boodschapper.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-108
26/Ash-Shu'ara-108: Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-109
26/Ash-Shu'ara-109: Ik vraag jullie er geen beloning voor, mijn beloning berust alleen bij de Heer der Werelden.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-110
26/Ash-Shu'ara-110: Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
Luister Koran: 26/Ash-Shu'ara-111
26/Ash-Shu'ara-111: Zij zeiden: "Zouden wij jou volgen, terwijl de meest nederigen jou volgen?"
Kies een Voordrager om te beginnen met luisteren de Heilige Koran.
de Heilige Koran » »
Sponsor Links: