26/Ash-Shu'ara-41: Toen de tovenaars kwamen, zeiden zij tot Fir'aun: "Krijgen we zeker een beloning, als wij de overwinnaars zijn?"
26/Ash-Shu'ara-44: Toen wierpen zij hun touwen en staven neer, terwijl zij zeiden: "Bij de eer van Fir'aun: voorwaar, wij zullen zeker de overwinnaars zijn."
26/Ash-Shu'ara-45: Toen wierp Môesa zijn staf neer, en toen verslond zij wat zij met hun bedrog hadden gemaakt.
26/Ash-Shu'ara-49: Hij (Fir'aun) zei: "Geloven jullie hem voordat ik jullie toestemming geef? Voorwaar, hij is zeker jullie meerdere die jullie de tovenarij onderwees. En spoedig zullen jullie het weten: ik zal jullie handen en jullie voeten aan tegenovergestelde kanten afhakken en ik zal jullie allen kruisigen."
26/Ash-Shu'ara-50: Zij (de tovenaars) zeiden: "Het deert (ons) niet. Voorwaar, wij zullen naar onze Heer terugkeren.
26/Ash-Shu'ara-51: Voorwaar, wij verlangen dat Hij onze fouten vergeeft, omdat wij de eersten van de gelovigen zijn."
26/Ash-Shu'ara-52: En wij openbaarden aan Môesa: "Reis in de nacht met Mijn dienaren: voorwaar, jullie zullen achtervolgd worden."