26/Ash-Shu'ara-20: Hij (Môesa) zei: "Ik heb dat gedaan toen ik tot de onnadenkenden behoorde.
26/Ash-Shu'ara-21: Dus vluchtte ik weg toen ik bang voor jullie was. Daarop heeft mijn Heer aan mij Wijsheid ij gegeven en gemaakt dat ik tot de Boodschappers behoorde.
26/Ash-Shu'ara-22: En dit is de gunst die jij mij bewees: dat jij de Kinderen van Israël tot slaven gemaakt hebt."
26/Ash-Shu'ara-24: Hij (Môesa) zei: "De Heer van de hemelen en de aarde en wat tussen hen beide is, als jullie er maar van overtuigd waren."
26/Ash-Shu'ara-25: Hij (Fir'aun) zei tot hen die rondom hem waren: "Luisteren jullie niet?"
26/Ash-Shu'ara-27: Hij (Fir'aun) zei: "Voorwaar, jullie Boodschapper die tot jullie gezonden is, is zeker bezeten."
26/Ash-Shu'ara-28: Hij (Môesa) zei: "De Heer van het Oosten en het Westen en wat tussen hen beide is, als jullie begrijpen."
26/Ash-Shu'ara-29: Hij (Fir'aun) zei: "Als jij een andere god dan mij hebt aangenomen, dan zal ik jou zeker tot een van de gevangenen maken."
26/Ash-Shu'ara-31: Hij (Fir'aun) zei: "Breng het maar, als jij tot de waarachtigen behoort."
26/Ash-Shu'ara-34: Hij (Fir'aun) zei tegen de vooraanstaanden rondom hem: "Voorwaar, dit is zeker een bekwame tovenaar.
26/Ash-Shu'ara-35: Hij wil jullie uit jullie land verdrijven met zijn tovenarij. Dus wat adviseren jullie?"
26/Ash-Shu'ara-36: Zij zeiden: "Stel (de zaak van) hem en zijn broeder uit en stuur bijeenroepers naar de steden.
26/Ash-Shu'ara-38: Zo werden de tovenaars verzameld op een afgesprokem lijd op een aangewezen dag.