19/Maryam-2: (Dit is) een vermelding van Barmhartigheid van jouw Heer aan Zijn dienaar Zakariyyâ.
19/Maryam-3: (Gedenkt) toen hij zachtjes zijn smeekbeden tot zijn Heer richtte.
19/Maryam-4: Hij (Zakariyyâ) zei: "O mijn Heer, voorwaar, mijn botten zijn zwak en mijn haar is grijs glanzend, nooit ben ik, O Heer, teleurgesteld geraakt in mijn smeekbeden tot U.
19/Maryam-5: En ik bein bang voor (het ontbreken van) mijn nakomelingen na mij, want mijn vrouw is onvruchtbaar. Dus schenk mij van Uw Zijde een nakomeling.
19/Maryam-6: Die van mij zal erven en van de familie van Ya'qôeb. Mijn Heer, maak hem U welgevallig."
19/Maryam-7: (Allah zei:) "O Zakariyyâ, Wij brengen jou de verbeugende tijding van een jongen, Yahya genaamd. Wij gaven niemand eerder deze naam."
19/Maryam-8: Hij (Zakariyyâ) zei: "O mijn Heer, voorwaar, hoe kan ik een jongen krijgen terwijl mijn vrouw onvruchtbaar is? En waarlijk, ik heb een hoge leeftijd bereikt."
19/Maryam-9: Hij (Allah) zei: "Zo zal het zijn, jouw Heer zegt: het is makkelijk voor Mij. En voorwaar. Ik heb jou hiervoor geschapen toen jij niets was."
19/Maryam-10: Hij zei: "O mijn Heer, geef mij een Teken." Hij (Allah) zei: "Jouw Teken is dat jij gedurende drie nachten niet zult spreken met de mensen, hoewel jij gezond bent."
19/Maryam-11: Toen kwam hij van de plaats van gebed naar zijn volk, en gebaarde hen: "Looft (Allah's) glorie in de ochtend en de avond."