17/Al-Isra-28: En als jullie je van hen afwenden omwille van de Barmhartigheid van jullie Heer die jullie hopen te krijgen: spreekt dan (toch) een zacht woord tot hen.
17/Al-Isra-29: En maak je hand niet vastgebonden aan je nek, en strek hem niet uit met de hele uitstrekking, want dan wordt je (gierigheid of spilzucht) verweten en spijtig.
17/Al-Isra-30: Voorwaar, jouw Heer verruimt de voorziening voor wie Hij wil en Hij beperkt. Voorwaar, Hij is Alwetend, Alziend over Zijn dienaren.
17/Al-Isra-31: En doodt jullie kinderen niet uit vrees voor armoede: Wij voorzien hun en jullie van levensonderhoud. Voorwaar, hen doden is een grote zonde.
17/Al-Isra-32: En nader niet de ontucht. Voorwaar, ontucht is een zedeloosheid en een slechte weg.
17/Al-Isra-33: En doodt geen ziel waarvan Allah (het doden) verboden heeft verklaard, behalve volgens het recht en wie onrechtvaardig gedood wordt: Wij hebben zijn erfgenaam een bevoegdheid gegeven; maar overdrijft niet hij het doden. Voorwaar: hij wordt geholpen.
17/Al-Isra-34: En benadert niet het bezit van de wees, behalve op de betere manier, totdat bij volwassen is: en komt de belofte na. Voorwaar, over de belofte worden jullie (op de Dag der Opstanding) ondervraagd
17/Al-Isra-35: En geeft de volle maat wanneer jullie afwegen en weegt met de juiste weegschaal, dat is beter en een mooiere afsluiting.
17/Al-Isra-36: En volg niet dat waarover je geen kennis hebt. Voorwaar, het gehoor en het gezichtsvermogen en de harten: die zullen allen erover ondervraagd worden.
17/Al-Isra-37: En loop niet hoogmoedig op de aarde. Voorwaar, jij kan de aarde niet doen splijten en niet de hoogte van een berg bereiken.