An-Nahl 27-34, de Heilige Koran (Djuz'-14, Pagina-270)

An-Nahl: 16/An-Nahl-27, 16/An-Nahl-28, 16/An-Nahl-29, 16/An-Nahl-30, 16/An-Nahl-31, 16/An-Nahl-32, 16/An-Nahl-33, 16/An-Nahl-34, de Heilige Koran, Djuz'-14, Pagina-270, An-Nahl 27-34
direction_left
direction_right
Luister Koran: 16/An-Nahl-27
16/An-Nahl-27: Vervolgens zal Hij hen op de Dag der Opstanding vernederen, en zeggen: "Waar zijn Mijn (zogenaamde)deelgenoten waarover jullie (met de gelovigen) plachten te redetwisten?" Degenen die kennis gegeven is, zullen zeggen: "Voorwaar, op deze Dag is er vernedering en kwaad voor de ongelovigen.
Luister Koran: 16/An-Nahl-28
16/An-Nahl-28: (Zij zijn) degenen die door de Engelen weggenomen werden terwijl zij onrecht tegen zichzelf begingen. Dan zullen zij zich overgeven (en zeggen:) "Wij plachten geen kwaad te bedrijven. (De Engelen zullen antwoorden:) "Nee, voorwaar, Allah weet het beste wat jullie plachten te doen."
Luister Koran: 16/An-Nahl-29
16/An-Nahl-29: Dus gaat de poorten van de Hel binnen om daarin eeuwig levenden te zijn. De verblijfplaats van de hoogmoedigen is zeker het slechtst!
Luister Koran: 16/An-Nahl-30
16/An-Nahl-30: En er zal tot degenen die (Allah) vreesden gezegd worden: "Wat is het dat jullie Heer heeft doen neerdalen?" Zij zullen zeggen: "Het goede." Voor degenen die het goede in deze wereld deden, is er (in het Hiernamaals) het goede. En het Huis van het Hiernamaals is zeker beter. En het Huis van de Moettaqôen is zeker het beste.
Luister Koran: 16/An-Nahl-31
16/An-Nahl-31: Zij zullen de Tuinen van 'Adn (het Paradijs) binnengaan, waar onder door de rivieren stromen. Voor hen is daarin wat zij willen. Zo beloont Allah de Moettaqôen.
Luister Koran: 16/An-Nahl-32
16/An-Nahl-32: (Zij zijn) degenen die de Engelen als reinen wegnemen, terwijl zij zeggen: "Salâmoen 'Alaikoem (Vrede zij met jullie), treedt het Paradijs binnen, wegens wat jullie plachten te doen."
Luister Koran: 16/An-Nahl-33
16/An-Nahl-33: Zij (de ongelovigen) wachten slechts tot de Engelen hen wegnemen, of het bevel van jouw Heer hen treft. Zo deden degenen vôôr hen. En Allah heeft hun geen onrecht aangedaan, maar zij plachten zichzelf onrecht aan te doen.
Luister Koran: 16/An-Nahl-34
16/An-Nahl-34: En zij werden getroffen door het slechte van wat zij deden en zij werden omsingeld door wat zij plachten te bespotten.
Kies een Voordrager om te beginnen met luisteren de Heilige Koran.
de Heilige Koran » »
Sponsor Links: