12/Yusuf-104: En jij (O Moehammad) vraagt van hen daarvoor geen beloning, hij (de Koran) is slechts een Vermaning voor de werelden.
12/Yusuf-105: En er zijn veel Tekenen in de hemelen en op de aarde waaraan zij voorbijgaan, terwijl zij zich ervan afwenden.
12/Yusuf-106: En de meesten van hen geloven niet in Allah zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen.
12/Yusuf-107: Denken zij dan dat zij veilig zijn voor de bestraffing van Allah die hen bedekt, of dat het Uur niet onverwacht tot hen zal komen, terwijl ze het niet vermoeden?
12/Yusuf-108: Zeg: "Dit is mijn Weg (godsdienst), ik en degenen die mij volgen roepen op tot Allah, op grond van een duidelijk bewijs. Heilig is Allah, en ik behoor niet tot de veelgodenaanbidders."
12/Yusuf-109: Wij hebben vóór jou niemand gezonden, behalve mannen van de bewoners van de steden aan wie Wij openbaarden. Reizen zij dan niet rond op de aarde, zodat zij zien boe het einde was van degenen vóór hen? En het Huis van het Hiernamaals is beter voor degenen die (Allah) vrezen. Denken jullie dan niet na?
12/Yusuf-110: Totdat de Boodschappers wanhoopten en dachten dat zij werden geloochend, toen kwam Onze hulp tot hen. En Wij redden wie Wij wilden. En Onze bestraffing kan niet tegengehouden worden van het misdadige volk.
12/Yusuf-111: Voorzeker, cr is een lering in hun geschiedenissen voor de bezitters van verstand. Hij (de Koran) is geen verzonnen verhaal, maar is er als bevestiging van wat ervoor was, als een verduidelijking van alle dingen, als Leiding en als een Barmhartigheid voor een volk dat gelooft.