10/Yunus-89: Hij (Allah) zei: "Voorzeker, Ik heb jullie smeekbede verhoord. Blijft daarom (op het rechte Pad) en volgt niet de weg van degenen die niet weten."
10/Yunus-90: En Wij brachten de Kinderen van Israël over de zee, waarop Fir'aun en zijn legefs hen volgden uit tirannie en vijandschap, totdat, toen de verdrinking hen bereikte, Fir"aun zei: "Ik geloofdat er geen god is dan Degene waarin de Kinderen van Israël geloven en ik behoor tot hen die zich hebben overgegeven (aan Allah)."
10/Yunus-91: (Allah zei:) "Nu? Terwijl jij voorheen opstandig was en tot de verderfzaaiers behoorde?"
10/Yunus-92: Op deze dag dan redden Wij jouw lichaam opdat jij een Teken zult zijn voor hen die na jou komen. En voorwaar, velen van de mensen zijn achteloos tegenover Onze Tekenen.
10/Yunus-93: En Wij plaatsten de Kinderen van Israël in voortreffelijke woonplaatsen en Wij gaven hun voorzieningen van de goede dingen, en zij verschildein niet van mening totdat de kennis tot hen was gekomen. Voorwaar, jouw Heer oordeelt tussen hen op de Dag der Opstanding over dat waar zij van mening over verschilden.
10/Yunus-94: Als jij dan in twijfel verkeert over wat Wij aan jou hebben neergezonden, vraag dan aan hen die de Schrift lezen (die) vóór jou (is geopenbaard). Voorzeker, de Waarheid van jouw Heer is tot jou gekomen, behoor daarom niet tot de twijfelaars.
10/Yunus-95: En behoor in geen geval tot degenen die de Verzen van Allah loochenen, anders dan zal jij tot de verliezers behoren.
10/Yunus-96: Voorwaar, degenen over wie het Woord (van bestraffing) van jouw Heer tereclit is: zij geloven niet.
10/Yunus-97: Ook al kwamen alle Tekenen tot hen, totdat zij de pijnlijke bestraffing zien.