9/At-Tawbah-69: (Zij zijn) zoals degenen vóór jullie, zij waren sterker in kracht dan jullie en rijker aan bezittingen en kinderen. Zij hebben genoten van hun deel en jullie hebben genoten van jullie deel, zoals degenen vóór jullie hebben genoten. En jullie zijn verdiept (in ijdele gesprekken) zoals zij verdiept waren. Zij zijin degenen wiens daden vruchteloos zijn, in dit leven en in het Hiernamaals. Zij zijn degenen die de verliezers zijn.
9/At-Tawbah-70: Heeft het bericht hun niet bereikt over degenen vóór hen; het volk van Noeh, en de 'Âd en de Tsamôed, en het volk van Ibrâhîm, en de bewoners van Madyan en de bewoners van de geruïneerde steden? Hun Boodschappers waren tot ben gekomen met de duidelijke bewijzen. En Allah heeft hen nimmer onrecht aangedaan, maar zij hebben zichzelf onrecht aangedaan.
9/At-Tawbah-71: En de gelovige mannen en de gelovige vrouwen zijn elkaars helpers, zij roepen op tot het behoorlijke en verbieden het verwerpelijke en zij onderhouden de shalât en geven de zakât en zij gehoorzamen Allah en zijn Boodschapper. Zij zijn degenen die Allah zal begenedigen. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs.
9/At-Tawbah-72: Allah heeft de gelovigen mannen en de gelovige vrouwen Tuinen (het Paradijs) beloofd waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig, levenden. En goede woonplaatsen in de Tuinen van 'Adn (Eden). En het welbehagen van Allah is groter. Dat is de geweldige overwinning.